Arthub Flanders

Maria Sèthe, de latere mevrouw Henry Van de Velde

Vervaardiger:
Theo Van Rysselberghe (peintre)
Periode:
n/a
Datering:
1891
Instelling:
Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen
Type:
schilderij, painting en peinture
Subtype:
schilderij
Materiaal:
doek[drager]
Onderwerp:
Portretten
Dimensies:
120 × 86 cm
Inventarisnummer:
2690
Beschrijving:
De jonge Théo Van Rysselberghe profileerde zich als een ambitieuze portretschilder, aanvankelijk in de trant van James Mc Neil Whistler. Nadat hij in 1887 de kunst van Georges Seurat had leren kennen, werd hij internationaal de belangrijkste neo-impressionistische portretschilder. Die reputatie dankte hij onder meer aan dit portret, dat hij in 1891 tentoonstelde bij de Société des Artistes Indépendants in Parijs, vervolgens bij Les XX in Brussel en de Association pour l’art in Antwerpen, en nog in 1892 op de tentoonstelling van (…) de ‘XX’ (…) bij de Haagse Kunstkring. Van Rysselberghe en zijn echtgenote Maria Monnom waren goed bevriend met de rijke Ukkelse familie Sèthe, die de culturele avant-garde in haar hart droeg. Hij portretteerde dochter Alice in 1889, Maria in 1891 en haar jongere zus, de virtuoze violiste Irma, in 1894. Marie-Louise of Maria (Parijs 1867 - ??? 1942) was haar leven lang een uitstekende pianiste, maar had nog meer belangstelling voor de sierkunsten. Die bestudeerde zij in Engeland zelf. Ze figureert als jonge blonde vrouw in diverse werken van Van Rysselberghe, altijd op een manier waardoor haar gelaatstrekken op hun best uitkomen. Hier zit ze schuin op een stoel aan een klavier, maar haar aandacht gaat naar de bron van het licht dat van links binnenstroomt. In de tweede helft van de 19de eeuw krijgen portretten vaker het karakter van een ongedwongen moment. De grenzen tussen genrestuk en portret vervagen. Het klavierinstrument is overigens een harmonium of traporgel. Dat werd in de 19de eeuw ontwikkeld en kan een waaier aan klanken produceren die min of meer verwant zijn aan die van een accordeon, mondharmonica of melodica. Tijdens een uitstapje in Cadzand ontmoette Maria de jonge schilder Henry Van de Velde, samen met onder meer Emile Verhaeren, Willy Finch en Van Rysselberghe, bij wie Maria schilderlessen volgde. Zij nodigde Van de Velde uit in Ukkel en bekende wat later in een brief: ‘Oui, je suis cette Femme qui veux votre Bonheur a n’importe quel prix.’ In 1894 huwden ze. Van de Velde noemde zijn echtgenote later zijn ‘trouwe helpster’, maar ze was veel meer. Zij deelden hun liefde voor de Arts and Crafts-beweging en Maria vertaalde voor Henry theoretische Engelse geschriften daarover. Zij superviseerde de boekhouding van zijn activiteiten als kunstpedagoog, architect en ontwerper van meubilair en siervoorwerpen, en vaak ook de uitvoering van zijn ontwerpen. Terwijl Henry, al dan niet in het gezelschap van jonge assistentes die hem adoreerden, van Parijs naar Berlijn reisde voor zijn opdrachtgevers, bestierde Maria met zeer beperkte middelen een huishouden met zeven kinderen. Toen haar man tijdens de Eerste Wereldoorlog als balling in Zwitserland verbleef, schreef ze hem dat ze ‘het ten zeerste zou betreuren indien jij zou geloven dat ik de geringste bitterheid ervaar wanneer ik op dit ogenblik over ons huis waak en voor je werk’. Ze hoopte nog steeds ‘diegene te kunnen zijn zoals jij die had gewenst’. Van Rysselberghe bleef van 1889 tot 1904 de trouwste beoefenaar van de neo-impressionistische techniek. De schilder plaatste op het doek min of meer zuivere kleuren in kleine stippen naast elkaar om ze, volgens destijds recente wetenschappelijke inzichten, in het oog van de toeschouwer te laten versmelten tot de gewenste tint. Dat intensiveert de luminositeit van het beeld. Hij gebruikte de techniek meesterlijk, maar was geen orthodoxe neo-impressionist. Om zijn modellen natuurgetrouw te portretteren gebruikte hij kleinere stippen voor het gelaat. Haarlokken en de contouren van de gelaatstrekken werden in dunne penseelstreken geaccentueerd. In dit werk maakte hij ook gebruik van een dynamisch patroon van kronkelende bewegingen van links onder tot in de rechter bovenhoek, die als het ware tot rust worden gebracht door de nagenoeg horizontale lijnen van het muziekinstrument. De paarse of violette kleur van Maria’s jurk en van het gordijn domineert het beeld. De kleurstof werd sedert midden 19de eeuw industrieel vervaardigd in vele varianten: mauve, magenta, heliotroop enz. De kleur was op een bepaald moment zozeer in de mode dat polemisten als Oscar Wilde het een kleur voor onbetrouwbare dames vonden. De voorkeur van de Franse impressionisten voor blauwe en violette schaduwen, indigomanie, werd van meet af aan bespot. Maar in weinig schilderijen krijgt paars zo demonstratief de hoofdrol als hier. Het portret kreeg in de huizen die Van de Velde voor zijn gezin liet bouwen in Ukkel, Weimar, Scheveningen en Tervuren steeds een ereplaats.
Iconclass:
31AA235 zittende figuur - AA - vrouwelijke menselijke figuur
Voor ontwikkelaars

De gegevens in de links hieronder vermeld bevatten, behoudens de in de volgende paragraaf omschreven uitzonderingen, geen indicatie van originaliteit en behoren daarom tot het publieke domein. Deze gegeven mogen vrij worden gebruikt. Om dit expliciet duidelijk te maken, zijn de gegevens gepubliceerd onder de Creative Commons Zero (CC0) licentie.

Sommige onderdelen van de gegevens in de links hieronder vermeld bevatten een element van originaliteit en zijn daarom gepubliceerd onder de Creative Commons BY-NC licentie. Onder de voorwaarden van deze licentie moet je attributie geven wanneer je deze onderdelen gebruikt. Commercieel hergebruik van deze onderdelen is niet toegestaan. Deze licentie is van toepassing op de velden opgelijst in de Open Data sectie.

Permalink
https://arthub.vlaamsekunstcollectie.be/nl/catalog/kmska:8m2vtw
Work PURL
http://kmska.be/collection/work/id/8m2vtw
Data PURL
http://kmska.be/collection/work/data/8m2vtw
JSON
https://arthub.vlaamsekunstcollectie.be/nl/catalog/kmska:8m2vtw.json
LIDO XML
https://arthub.vlaamsekunstcollectie.be/nl/catalog/kmska:8m2vtw.xml